ESDL hoofdstructuur

In deze post lichten we de structuur van het ESDL-informatiemodel toe. De structuur is overzichtelijk in beeld te brengen aan de hand van een boomstructuur die de hoofdstructuur van het ESDL-informatiemodel weergeeft. ESDL is gestructureerd op basis van een objectgeoriënteerde aanpak, waarin alle onderdelen uit een energiesysteem als een
object beschouwd worden , waarbij deze objecten met attributen (kenmerken) en relaties met zijn omgeving worden gekarakteriseerd. Dit kunnen we ook terugzien in de boomstructuur.


Er komen in deze weergave drie soorten relaties voor:

  • Het open pijltje geeft de superklasse-subklasserelatie weer. Een subklasse erft alle eigenschappen van zijn ‘parent’, de superklasse. Voorbeeld: de EnergyAsset erft alle eigenschappen van Asset en heeft daardoor zelf ook een Geometry en CostInformation.
  • Het dichte wiebertje geeft de zogenaamde ‘containment’-relatie weer: Een instantie van de ene klasse kan 0, 1 of meer instanties van de andere klasse bevatten. Voorbeeld: Een Area kan 10 WindTurbines bevatten
  • De enkele lijn geeft een relatie of referentie weer: via de connectedTo relatie kunnen de OutPort van de ene Asset met de InPort van de andere Asset verbonden worden.

Hierna wordt de elementen van boomstructuur verder toegelicht:

  • Als je een scenario voor een bepaald gebied wilt beschrijven, begin je met een instantie van EnergySystem.
  • Een EnergySystem bevat meestal één, soms meer Instances. Verschillende Instances in hetzelfde ESDL-bestand kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor verschillende scenario’s, of verschillende zichtjaren. Vaak worden hier echter aparte ESDL-bestanden voor gemaakt.
  • Een Instance bevat één Area. Deze Area is het grootste gebied dat relevant is voor dat wat je wilt beschrijven. Voor een provinciale systeemstudie zou het logisch zijn om hier de provincie te kiezen; echter als je de relaties met de omgeving (buiten de provincie) ook wilt beschrijven, is het verstandig dit breder te kiezen.
  • Een Area kan zelf ook weer Areas bevatten en dit kan in principe zo vaak of diep als nodig is. Een provincie kan opgedeeld worden in gemeentes, de gemeentes in wijken, de wijken in buurten en de buurten in percelen
  • Een Area kan ook Assets bevatten.
  • Een Asset is een fysiek ding met een Geometry (een vorm of een locatie) en CostInformation. Dit laatste beschrijft informatie als aanschafkosten, installatiekosten, onderhoudskosten, e.d.
  • Een subtype van Asset is de EnergyAsset (een ander subtype van Asset is een Building).
  • Een EnergyAsset heeft één of meerdere poorten (Ports), waarmee de connectiviteit tussen EnergyAssets beschreven kan worden.
  • Poorten zijn er in twee typen InPort en OutPort. Aan poorten is de informatie over de energiedrager (Carrier) gekoppeld en profielinformatie (Profile).
  • EnergyAssets zijn er in vijf typen (ook weer subklassen): Producer, Consumer, Storage, Transport en Conversion. Elk van deze klassen heeft een groot aantal subklassen; voor Producer zijn twee voorbeelden gegeven: WindTurbine en GeothermalSource.
  • Tenslotte kan een EnergySystem nog generieke EnergySystemInformation bevatten. Dit kunnen bijvoorbeeld sectoren (Sectors) zijn waarnaar vanuit Assets verwezen kan worden, referenties naar databronnen (DataSources) waar de gebruikte informatie in de ESDL vandaan komt of de grootheden en eenheden (QuantityAndUnits) die bijvoorbeeld in de profielen gebruikt kunnen worden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

en_USEnglish